Het gros van de favorieten haalden de finish van het evenement niet, waardoor het vervolgens uitmondde tot een tweestrijd tussen de Fiats van Walter Röhrl en Markku Alén. Op de langste klassementsproef van de wedstrijd, Arganil, maakte Röhrl in dichte mist door een goede bandenkeuze het verschil en won hij de rally uiteindelijk met een ruime voorsprong op teamgenoot Alén, die tweede zou eindigen. De top drie werd compleet gemaakt door Guy Fréquelin, die daarmee Talbot hun eerste podiumresultaat bezorgde. Een opvallend incident gebeurde er tussen teamgenoten Hannu Mikkola en Ari Vatanen, die beide verongelukten op dezelfde klassementsproef op exact het gelijke punt, waardoor de auto's op elkaar terechtkwamen.